Het verhaal van Thea en Bert: een voorbeeld van hoe het stappenplan ingezet kan worden

Het verhaal van Thea en Bert: hoe je het stappenplan kunt inzetten

Thea is 58 jaar en zorgt voor haar partner Bert (60 jaar) die een jaar geleden een herseninfarct heeft gehad en daar restverschijnselen aan heeft overgehouden. Ze hebben één dochter, Vera. Thea werkt 24 uur als juridisch adviseur bij een gemeente. Daarnaast past ze één dag in de week op haar twee kleinkinderen, Bas en Hugo. Bert heeft een gedeeltelijke verlamming aan de rechterzijde. Hij kan daardoor niet meer werken als vrachtwagenchauffeur.

Hij is nu iedere dag thuis en slaapt veel. Bert heeft veel aansturing nodig van Thea, omdat plannen en dingen doen niet meer vanzelf gaan. Voorheen deed Bert veel in en om het huis: boodschappen, de tuin bijhouden, koken en de administratie. Dit komt nu allemaal op de schouders van Thea. Er komt dagelijks thuiszorg voor de ADL ondersteuning van Bert. In de avonden ondersteunt Thea Bert bij het omkleden voor de nacht.

Thea meldt zich bij het lokale mantelzorgsteunpunt. Het is haar allemaal teveel.

Stap 1 Vraagverheldering

Als mantelzorgconsulent plan je een afspraak voor een intakegesprek met Thea. Je vraagt Thea om de IPH vragenlijst voor volwassen alvast vóór de afspraak in te vullen, zodat je deze samen kunt bespreken. De IPH vragenlijst brengt de balans tussen draagkracht en draaglast in kaart. Hiermee wordt duidelijk waar Thea energie van krijgt en wat energie kost.

Als mantelzorgconsulent plan je een afspraak voor een intakegesprek met Thea. Je vraagt Thea om de IPH vragenlijst voor volwassen alvast vóór de afspraak in te vullen, zodat je deze samen kunt bespreken. De IPH vragenlijst brengt de balans tussen draagkracht en draaglast in kaart. Hiermee wordt duidelijk waar Thea energie van krijgt en wat energie kost.

Op dinsdag 24 maart heb je de intake met Thea. Je ziet een vrouw die opgewekt probeert te zijn, maar erg vermoeid oogt. Je bekijkt samen de IPH vragenlijst die Thea heeft ingevuld. Je ziet dat Thea met name niet in balans is op de onderdelen mentaal welbevinden, zingeving en kwaliteit van leven. Op meedoen en lichaamsfuncties scoort Thea juist goed.

Alsmaar doorgaan

Thea vertelt dat ze sinds het herseninfarct van haar man alsmaar is doorgegaan. Dat ze nu eigenlijk pas beseft wat er allemaal gebeurd is en wat voor invloed dit heeft op haar leven en het leven dat ze samen voor zich hadden. Ze voelt een zware last op haar schouders om alles geregeld te krijgen: inkomen, het huishouden en toch ook de zorg voor haar man. Ze hoeft Bert in de ochtenden niet te verzorgen omdat de thuiszorg komt, maar ze maakt iedere dag een planning voor hem, zodat hij weet hoe hij de dag door kan komen als zij naar haar werk of oppassen is. ‘Het was altijd zo’n actieve man en nu zit hij alsmaar thuis en heeft hij aansturing van mij nodig.’ Ook op haar werk denkt ze aan thuis ‘als Bert zich maar redt’.

Wil je meer weten? Download het handboek

Alsof ze zelf niet meer bestaat

Thea geeft aan dat het voelt alsof ze zelf niet meer bestaat. Ze geniet enorm van de oppasdag op haar kleinkinderen. Zij geven haar afleiding, net als haar dagen op het werk. ‘Maar daarna moet je toch weer naar huis’, aldus Thea. Ze heeft drie vriendinnen waar ze een goede band mee heeft. De laatste tijd is het contact telefonisch, omdat Thea niet de ruimte voelt om met ze af te spreken. Ook haar dochter en schoonzoon staan voor Thea en haar man klaar. Maar zij hebben een druk leven en Thea wil hen niet belasten. Bert heeft twee broers, waarvan de ene broer in het noorden van het land woont. De andere broer is betrokken en belt wekelijks om te horen hoe het gaat. Als jij vraagt wat Thea dan zegt, antwoord ze “goed”. Ze voelt zich schuldig dat het eigenlijk niet goed gaat en vindt het moeilijk dit toe te geven. Ze schaamt zich hiervoor.

Waar heeft Thea behoefte aan?

Je vraagt waar Thea behoefte aan heeft. Het eerste wat ze zegt is ‘rust en tijd voor zichzelf’. Als je hierop doorvraagt wat ze daaronder verstaat, geeft Thea aan dat ze niet meer de hele tijd bezig hoeft te zijn met het huishouden, zorgen, tuinieren en boodschappen doen. Dat ze weer de ruimte voelt om met vriendinnen af te spreken en wat tijd voor zichzelf heeft. Ten slotte geeft ze aan dat ze het ook fijn zou vinden als ze een beetje weet hoe ze met Bert om moet gaan en hoe anderen dat doen.

De doelen

Na drie maanden:

  •  geeft Thea aan meer rust te ervaren
  • geeft Thea aan meer tijd te hebben voor zichzelf
  • heeft Thea meer kennis over hoe ze met Bert om kan gaan

Stap 2 Interventies

Op basis van Evidence Based Practice (onderzoek, behoefte, expertise) kijk je wat passende ondersteuning is.

Je bespreekt de volgende mogelijkheden met Thea:

  • Lotgenotencontact. Er is een wandelgroep met mantelzorgers die voor iemand zorgen met NAH. Zo kan ze andere mantelzorgers spreken en op die manier ook wat meer kennis vergaren hoe ze met Bert om kan gaan.
  • Inschakelen van huishoudelijke hulp middels de WMO.
  • Je vraagt of Thea wel eens gedacht heeft aan de bezorgdienst van de supermarkt, zodat ze niet zelf wekelijks of dagelijks boodschappen hoeft te doen.
  • Dagbesteding voor Bert, zodat Thea twee dagen met een gerust hart van huis is. Dit uiteraard wel in overleg met Bert. Hier kan de wijkverpleegkundige van wie Bert dagelijks zorg heeft in ondersteunen;
  • Het gesprek aangaan met de broer van Bert. Hoe is het om hem te vragen om bijvoorbeeld eens in de twee weken of eens in de maand met Bert op pad te gaan. Ook is het goed om het gesprek met dochter en schoonzoon aan te gaan. Kunnen zij ergens in ondersteunen? Bijvoorbeeld in de tuin of juist met boodschappen.

Thea geeft aan om bovenstaande te willen proberen. Je voorziet haar van verdere informatie en bespreekt de vervolgstappen die worden ondernomen. Je vraagt aan Thea of het goed is als je dit ook doorneemt met de wijkverpleegkundige van de thuiszorgorganisatie die dagelijks komt. Thea gaat hiermee akkoord. Verder spreek je af dat je over twee weken belt of het allemaal loopt en dat er over drie maanden een evaluatie plaatsvindt.

Je belt met de wijkverpleegkundige van de thuiszorgorganisatie die dagelijks bij Bert en Thea komen. Je bespreekt wat er is afgesproken met Thea en je vraagt of ze de dagbesteding voor Bert wil bespreken. Daarnaast vraag je of ze willen monitoren hoe het met Thea gaat. Dat jij over twee weken belt en over drie maanden weer een afspraak hebt met Thea, maar wanneer het eerder nodig is je ook beschikbaar bent.

Stap 3 Evaluatie, monitoring & registratie

Na drie maanden plan je opnieuw een afspraak met Thea om het evaluatie formulier in te vullen. Het gaat nu goed met Thea. Ze heeft meer rust en tijd voor zichzelf en meer energie. Het is prima zoals het nu gaat. Andere interventies zijn op het moment niet nodig. Je spreekt af om over een half jaar opnieuw te bellen hoe het gaat. Als Thea eerder hulp nodig heeft kan ze altijd aankloppen of dit laten weten middels de wijkverpleegkundige.

Voorbeeld evaluatieformulier Stappenplan Thea en Bert

Mantelzorg_registratieformulier_Thea en Bert