Blog van Michiel

Marathon

Bij het schrijven van deze column, heb ik net een weekje geleden de marathon van Parijs erop zitten. Wat dit dan met mijn zoon te maken heeft? Niets en alles tegelijk.

Voordat je ook maar een wedstrijdmeter hebt gelopen, heb je veel kilometers aan training in je benen zitten. ‘Even’  op een zondagochtend 35 kilometer lopen of ‘even’ vier keer in de week trainen. Dat gaat niet in je kouwe…eh… benen zitten.

Oppasmaatjes

Dankzij oppasmaatjes die ik via een organisatie heb kunnen inzetten voor Junior, kon ik de weg naar Parijs fit inzetten.

Grenzen

Voor iedereen die wel eens met tegenslagen te kampen heeft, kan ik ze aanraden om iets uitdagends te doen waar bij je mentaal over grenzen moet gaan. Voor mij is dat hardlopen. Klinkt gek. Je loopt met je benen. Als je lijf in goede conditie is, dan kom je een heel eind. Alleen je geest moet ook sterk zijn. Je komt jezelf onderweg vele malen tegen.

Wanneer de vermoeidheid erin sluipt, beginnen er in je hoofd allerlei stemmetjes tegen je te praten.

‘Stop toch.’

‘Wandelen kan ook.’

‘Wanneer je hier uitstapt, vind niemand dat erg.’

Een andere stem gaat hier mee in discussie.

‘Niet stoppen, je bent er bijna!’

‘Het is niet zo ver meer, niet opgeven nu.’

‘Stap voor stap.’

Stap voor stap

Stap voor stap. Dat is precies wat alles met mijn zoon te maken heeft. In de marathon vecht je met jezelf. De tijd die je loopt, is bijzaak. Je vecht om te finishen. Je vecht je door de mentale stemmetjes heen. Niet alleen je benen winnen de strijd, maar nog meer je hoofd zegeviert. Loslaten, accepteren, geduld hebben, woede, genieten, huilen, lachten, stap voor stap. Je leven verpakt in 42 en een beetje kilometers.

Mijn zoon loopt elke dag een marathon. Stap voor stap gaat hij het leven aan in een wereld die niet gebouwd is voor hem. Ook hij heeft conflicten met zichzelf wanneer hij nieuwe dingen moet leren, die voor mensen om hem heen ogenschijnlijk gemakkelijk zijn, terwijl hij in kilometer 35 zit en de frustraties en vermoeidheid toenemen.

Op dat moment probeer ik zijn externe stemmetje te zijn.

‘Stap voor stap.’

De finish komt vanzelf wel… in jouw tempo.

Toen ik over de finishlijn Parijs liep, kapot moe maar blij, moest ik aan hem denken. Zou hij trots zijn? Of zou hij denken:

‘Pap, die puzzel die ik moest oplossen was veel lastiger.’

Ik denk beide.

Ik ben Michiel
Michiel schrijft over alles wat een ander vaak over het hoofd ziet. De kleine dingen. Zo ook zijn zorg als mantelpapa over zijn autistische zoontje.