Blog van Jesler
Logeerhuis
Wij gingen niet naar het buitenland op vakantie. Dat hoefde ook niet want we hadden een zeilboot die ons naar de allermooiste plekjes aan het water bracht. Vooral de zomervakanties herinner ik mij nog goed. Zes weken lang zeilen. Het leek eindeloos te duren.
Trots zeilden we van haven naar haven. Nou ja, ‘we’. Het zeilen deed m’n vader vooral. Ik hielp met kleine taakjes, maar was te jong om van nut te zijn. Mijn moeder had haar handen vol aan Lup, die al zijn leven lang de gewoonte had om op de meest onhandige momenten naar de wc te moeten. Ook op de boot. Wij gingen vóór vertrek, hij moest precies op het moment dat we de haven uitvoeren. Dus in plaats van het zeil, hees mijn moeder Lup uit z’n zwemvest en tilde ‘m via de smalle trap naar beneden.
Tillen en hijsen met Lup waren sowieso grote thema’s tijdens onze vakanties. Aan boord, maar ook op de wal was het altijd gedoe. Niet elke haven is even rolstoelvriendelijk en er bestonden ook nog geen e-tandems. Hoe gezellig het ook was, van uitrusten kwam het niet bepaald. Na een paar intense zomers besloten mijn ouders daarom dat Lup voortaan de laatste twee weken van de vakantie naar een logeerhuis zou gaan. Daar deden ze leuke dingen met elkaar en zou hij het fijn hebben, was de gedachte.
Een paar weken met z’n vieren op de boot en daarna dus even met z’n drieën. Zo ideaal als het klonk was het niet. Net toen we aan het tillen en hijsen gewend waren moest Lup van boord. Met een knoop in onze maag brachten we hem naar het logeerhuis. Huilen bij het afscheid, want Lup snapte er niks van.
In de twee weken die volgden was er meer tijd. Vooral om dingen te doen die ík leuk vond. Zwemmen, midgetgolfen en naar het strand. Toch bleef ontspannen moeilijk. Op het strand keken we jaloers naar andere ouders die hun gehandicapte dochter in een strandrolstoel door het zand duwden. Bellen deden we zo min mogelijk. Dat zou voor heimwee zorgen en eindigde toch altijd in tranen met tuiten.
Na twee weken begonnen we het tillen en hijsen te missen. Het was dus maar goed dat de vakanties niet ècht eindeloos duurden.