Blog van Heleen

Op reis

Koffers gepakt, een volle tank benzine, i-pads gevuld met spelletjes en filmpjes voor de meisjes op de achterbank. Nog een laatste aai voor Ollie en dan… Frankrijk: ‘Here we come’… of beter gezegd ‘La France: On y va’.

De jongste gaat op vakantie met zijn gezin. De oudste is alweer een paar weken terug van een onvergetelijke reis naar Thailand. Hun Boeing 777 heeft zoveel CO2 de lucht in geblazen dat de klimaatopwarming nu beslist nog sneller zal gaan, maar het wordt gecompenseerd door G. en ma. Zoals Floortje Dessing haar exorbitante CO2 uitstoot afkoopt met bomen, zo hevel ik mijn CO2 tegoed over naar mijn kinderen. G. en ik gaan al meer dan zeven jaar niet op vakantie en hebben de afgelopen veertien jaar niet in een vliegtuig gezeten dus mijn kinderen mogen best een keertje vliegen.

Ongelukje

Hij heeft net de wc onder geplast, de zoveelste plas van zijn nacht en ochtend. Vannacht was ik paraat om hem te helpen en te wijzen hoe en waar hij naar de wc moest, maar deze heb ik gemist, niet gehoord, dus alles er naast, zoals zo vaak. Straks maak ik het schoon, emmertje sop, beetje bleek, tien minuutjes soppen, dweilen, routine. Ik heb er nu even een oude handdoek over gegooid. Niet boos, alleen somber.

Ineens gaat hij weer een stuk achteruit. Ineens blijkt dat dingen niet meer lukken. Lopen gaat langzamer, hij struikelt vaak, leunt zwaar op mij, minder kracht, duizelig? Wie zal het zeggen, hij kan het niet vertellen.

Ouderwetse huisvrouw

Medicijnen innemen kost moeite. Hij eet minder. Van de laatste ovenschotel met groenten en kippendijtjes heeft hij nog lekker gegeten. De gebakken zalm van vorige week ging er ook nog in. Dat is zo’n beetje de laatste normale maaltijd geweest.

De kibbelingetjes waar hij zo verzot op is, at hij niet op vorige week vrijdag. Vla, drinkontbijtjes, toetjes, banaan, appelmoes, een soepje, dat lust hij nog.

Afgelopen zondag at hij zelfs het gebakje voor Stella d’r verjaardag niet op. Gisteren heb ik een potje babyvoeding gewarmd, een beetje meer smaak eraan gegeven en hem gevoerd, lepeltje voor lepeltje, daarna een smoothy van Albert Heijn. Hij eet zijn ijsje, we zijn overgestapt op Solero Exotic ijsjes. Die vinden we nu lekker, maar 98 calorieën is veel minder dan  de 240 in een Magnum. Hij wordt mager. Ik ga me verdiepen in blenders voor shakes en smoothies, een nieuwe wereld voor een ouderwetste huisvrouw.

Hij wist niet meer hoe hij terug in bed moest kruipen; om het bed heen lopen, het dekbed optillen en er onder gaan liggen. Omdat ik altijd bij hem ben en hem stuur, vallen dit soort dingen pas op als hij het zelf doet. Hij ligt op mijn plek op bed, bovenop het dekbed. Ik heb een dekentje over hem gelegd en hem niet gestoord.

Wandelen met de rolstoel vindt hij nog fijn. En verder zit hij in zijn stoel en kijkt tussen de dutjes door of ik er nog ben. Ik ben er altijd. Als hij eenmaal zit is de auto ook nog wel fijn maar zijn gordel kan hij vaak niet meer zelf vastklikken.

Wachtlijst verpleeghuis?

Volgens onze casemanager en de familie moet G. op een wachtlijst voor een verpleeghuis. Ik heb er grote moeite mee. De vrouw van een groepsgenoot van de dagbesteding zit in dezelfde situatie. Haar man staat op een paar wachtlijsten van verpleeghuizen. Ze werd gebeld, onverwacht was er een kamer vrij gekomen, hij kon verhuizen. Ze schrok enorm toen het ineens zo dichtbij kwam en reëel werd. De hele middag huilde ze op bed en uiteindelijk heeft ze die plek niet geaccepteerd. Het ging voor haar allemaal veel te snel. Ik begreep haar volkomen.

Steeds vaker eindeloos moe

Ze zeggen wel eens: ‘je trekt aan een dood paard’ en zo is het ook. Spierspanning in zijn benen maakt het vaak lastig om sokken, broek en schoenen aan te trekken. Zweet op mijn hoofd soms.

Steeds vaker wil hij niet onder de douche en moet ik hem subtiel dwingen, een beetje duwen en trekken. Steeds vaker wordt hij ‘s nachts wakker en loopt dan naar de kamer, stoot stoelen om, gaat op de bank liggen of in zijn stoel.

Iedere avond verstop ik de sleutels van de voordeur, draai ik de hoofdkraan van het water dicht en zet de kookplaat op slot. Steeds vaker ben ik eindeloos moe en komt er een klaagzang in me op dat deze zorg toch wel een beetje zwaar wordt, dat het leven alleen nog bestaat uit zorgen voor mijn man en daarbij de sombere verwachting dat hij binnenkort te zwak wordt om naar de dagbesteding te gaan. Wat dan?

Schrijnende situaties in verpleeghuizen

Ik dwing mezelf om de optie van een verpleeghuis in overweging te nemen. Totdat op 28 juli in het achtuurjournaal van de NOS een reportage komt over verpleeghuizen. Ze hebben een enquête gehouden onder zorgpersoneel verspreid over het land.

Schrijnende situaties in sommige verpleeghuizen. Geen tijd voor familie van terminale bewoners. Geen tijd voor extra toiletbezoek, geen tijd om wonden te verbinden, katheters op tijd te verwisselen, fouten met medicatie, geen tijd voor een praatje en aandacht. Volgend jaar wordt er nog meer bezuinigd, zijn er meer bejaarden en misschien nog minder personeel.

Wel tien keer heb ik die uitzending bekeken en ik dacht: ‘no way’. Dat kan ik hem niet aan doen. Dat kan ik mezelf niet aandoen. Ik kan hem niet een ‘schrijnend geval’ laten worden. Ik hou al zo lang van hem.

Afweging

Niets is goed aan deze situatie. Voor mij is het niet goed om me zo weg te cijferen, zo volledig op te gaan in de zorg voor mijn man, want hoeveel mag je jezelf te kort doen om goed te doen voor een ander? Hoe maak je die afweging en hoe leer je daarna te leven met je beslissing. Ik weet het niet. Ik weet het nog lang niet.

Regen op de camping

Wanhoop in mijn hoofd omdat ik deze beslissing over zijn lot niet kan nemen. Ik kan hem niet zomaar opgeven, overgeven aan vreemden. Nu nog niet. Het beheerst mijn gedachten. En ik hoor mensen zeuren over regen op de camping, kou, hitte, te lange wachtrijen op vliegvelden, slechte hotelbedden, te veel zon of te weinig, en ik denk: ‘tja… dat zijn pas echt problemen’.

Ik wil ook wel een paar van die problemen en een reisje, een weekje Frankrijk of zo.

Ik ben Heleen
Een Zeeuwse, 65 jaar oud, twee zonen, twee kleindochters en getrouwd met G. Al meer dan dertig jaar inmiddels. G is mijn tweede man, 83 jaar oud en dement. Ik zorg voor hem. Wij waren zeilers en hebben met onze boot een groot stuk van Europa bevaren. Tot 2018 toen G. een bypass operatie kreeg en daar niet goed uit kwam. Hersenschade. Een ernstig delier meteen na de operatie ging naadloos over in dementie. ’s Avonds nam ik afscheid, de volgende dag had ik een andere man. Het delier verdween, de dementie niet. Inmiddels viereneenhalf jaar verder is mijn hart vaak zwaar van verdriet om dit afscheid in slow motion maar zie ik gelukkig ook af en toe humor in bepaalde situaties. Om het leven vast te leggen, vast te houden bijna, schrijf ik stukjes. Vroeger schreef ik over onze zeilavonturen, tegenwoordig voornamelijk over het leven met mijn demente man.